Speciale gehandicapten-uitjes laat ik meestal aan me voorbijgaan. Ik voel me er eerder op een hulpmiddelenconferentie of mytylschool ouderavond dan een dagje weg. Ook aan mijn 12-jarige, spastische zoon zijn massale events met soortgenoten niet per se besteed.
Maar voor de ‘Prachtnacht’ in het Rijksmuseum maak ik een uitzondering. Daar ziet Ties op een gewone dag vanuit zijn rolstoel maar één ding. De billen van de mensen voor hem. Dus carpoolen we met zijn vriendinnetje Serinde en haar moeder per rolstoelauto naar Amsterdam.
Het personeel dat ons ontvangt, straalt van voldoening. Niet de ‘kijk ons eens goed bezig zijn voor de gehandicapte kindertjes’-voldoening. Nee, ze zijn oprecht blij met hun werk. En met ons.
‘Avondrondleidingen zijn zó bijzonder,’ glundert Willem, onze begeleider.
‘Die rust, heerlijk!’ valt zijn collega hem bij. Onverstoorbaar stapt ze opzij voor een langsscheurende jongen in rolstoel en een meisje met mini-rollator.
Binnen tien minuten bereik zelfs ik, de gehandicapten uitjes-hater met bovendien een voorkeur voor moderne kunst, eenzelfde staat van gelukzaligheid. Misschien is het het optimistische aura van directeur Taco Dibbits dat rondwaart, misschien stoppen ze XTC in je welkomstdrankje. Of ze gooien iets door de airco.
‘Kijk’, hoor ik Pijbes al uitleggen bij De Wereld Draait Door, ‘we hebben een speciaal cooling down systeem voor mensen die in hun dagelijks leven meer stress ervaren. Bijvoorbeeld bezoekers met een uitdagende zorgtaak.’
Alles is mooi. Onze wiebelige kinderen worden rijdend in een auto gephotoshopt, met ontroerend levensecht resultaat. We raken de Nachtwacht bijna aan. We rennen met zes rolstoelen de lift in en dat past nog ook. Natuurlijk! NIETS is een probleem!
Serinde wordt een beetje verliefd op Willem. We worden allemáál een beetje verliefd op Willem. Hoe hij over schipbreuk en scheurbuik kan vertellen, echt, je krijgt er bijna zin in.
Na de rondleiding ontstaat een spontane afterparty, in de marmeren hal. (Die trouwens licht afloopt, dus hou je rolstoelkind beter vast dan ik deed.) Terwijl Ties zijn voorhoofd op z’n knieën werpt – zei ik al dat massale events niet per se aan hem besteed zijn?- gooi ik mijn wijntje over m’n jurk. Een teken dat ik totaal ontspannen lekker helemaal mezelf ben. Maar ook dat het tijd is om te vertrekken.
Als we vanuit de glazen lift in de parkeergarage hebben gezwaaid tot we alleen nog de schoenen van Willem zien, weet ik het zeker. Ik wil een baan bij het Rijksmuseum. Of XTC. Of allebei.
Oo Elise, als ik dit lees, zoals jij het beschrijft en beleeft wordt ik ook een beetje verliefd op jou hoor! Dit werkt aanstekelijk. Wat ben ik blij dat jij kijkt met jouw blije ogenblik! Dank je wel!
Welja, iedereen verliefd op iedereen. Dat maakt de wereld mooier!