‘Geniet er maar van, voor je het weet is het voorbij!’ Als jonge moeder kon je me niet kwader krijgen dan door dit cliché op te dissen. Met een koppige kleuter, pittige peuter en spastische oudste in z’n rolstoel, kwam ik op m’n tandvlees de dagen door. Gíng het maar snel voorbij. Groeide alles dat aan m’n been, in m’n haren of op m’n schoot hing, nou maar eens een keer op.
Dat onrustige, overvraagde gevoel bleef lang. Langer, merkte ik, dan bij vriendinnen met alleen maar ‘gewone’ kinderen. Waar we in de babytijd konden bonden over dezelfde mislukte slapeloze vakanties, appten ze na een paar jaar relaxte fotootjes aan het zwembad. Zij aan de wijn, de kinderen lekker aan het spetteren. ‘Genieten hè?’ ‘Nou!’ loog ik terwijl ik mijn 10-jarige in een krakkemikkige Franse tillift op een douchebrancard hees voor zijn vierde luier die dag.
Om het zorgen en de zorgen heen, viel er heus nog genoeg te genieten. Ties is met z’n vrolijke en makkelijke karakter de knuffelbeer in huis. Maar de tropenjaren gingen niet voorbij. Ik hield me vast aan alles wat we zouden doen als Ties op z’n achttiende het huis uitging. Met de jongste dan pas naar de middelbare school, bleven er nog genoeg relaxte jaren over. Om wél op vakantie te ontspannen. Om wél van onze weekends te genieten. Om samen leuke rolstoelonvriendelijke dingen te doen.
Ties gaat langzaam richting de twintig. Hij staat al een paar jaar bij verschillende woonorganisaties ingeschreven. Het verloop van ‘rolstoelplekken’ is grillig. Wanneer hij terechtkan, valt niet te voorspellen. En de tijd tikt door. Ties blijft ons grote, kleine kind, maar om hem heen verandert alles.
Als Ties eens een weekend weg is, krijg ik met moeite iedereen tegelijk aan tafel, laat staan gemobiliseerd om samen iets te ondernemen. Er zijn vriendinnetjes die aanbellen, of vrienden die appen. Er is TikTok en Fifa. Er zijn slaapfeestjes en een week op de camping. Het is niet meer ‘Heb je je broodtrommel mee?’ maar ‘Doe deo op!’. Toen onlangs de middelste zestien werd, daalde bij mij het besef dat hij misschien nog eerder uit huis gaat dan Ties. De zee van inhaaltijd die ik ons had toegedicht, blijkt een opgedroogd meertje.
Het is goed. Het hoort zo. Opvoeden is zorgen dat je kinderen jou niet meer nodig hebben. Maar plotseling gaat het me allemaal toch net iets te snel.
Lees ook: over mijn puberperikelen in de gewone wereld.