Zo’n Facebook zuchtmoeder, dat was ik

Facebook

foto: pexels.com

Ik ben de Koningin der Keizersnee
Voor mij geen puf, pers, tang of wee
Rij mij maar fijn naar O.K.2
En geef me wat morfine mee

Met dit gedicht kondigde ik in 2008 jolig mijn derde zwangerschap aan op het sociale platform Hyves dat toen al op sterven na dood was. In maand vijf stapte ik over op Facebook, waar ik ook de eerste babyfoto plaatste. Dat gebeurde ingewikkeld met een draadje vanaf een fotocamera op mijn trage laptop. Over een smartphone beschikte ik nog niet. En niet op de dag van de geboorte, maar pas tien dagen later. Want die derde keizersnee viel vies tegen, dat roep je natuurlijk over jezelf af met zo’n overmoedige aankondiging.
Na deze rommelige start volgden rommelige jaren waarin ik een net iets te goedlopend freelancebestaan probeerde te combineren met mijn net iets te veeleisende gezin met gehandicapte oudste. Ik werd een zuchtmoeder die haar geploeter deelde op social media.

‘Even kijken welk kind er het ergst in bad moet. Ik heb nog energie over voor twee gewone of één gehandicapte,’ schreef ik op 4 oktober 2009.

En in juni 2010: ‘Als ik de Wii in de tuin zet, geldt dat dan ook als buitenspelen?’

‘Remco zit zonder verwijsbrief met Ties bij de kaakchirurg maar Rijk heeft wél zijn zwembroek voor badjesdag mee naar school. Mijn hersenen kunnen maar een ding onthouden en dat is meestal het onbenulligste,’ komt uit 2012, maar had net zo goed vandaag kunnen zijn.

Of het alleszeggende: ‘We hebben luizen en ik wil dood’.

Maar wat ben ik nu blij dat ik toen alles op internet gooide. Juist door die posts lukt het me om met een glimlach terug te kijken. Twee jaar geleden liet ik een boekje maken van mijn statusupdates. Het is fotoalbum en dagboek in een, en een regelrechte hit bij de kinderen. Wonderbaarlijk genoeg vergeven ze me alles wat ik over hen zei tussen 2008 en 2014, waarschijnlijk door de foto’s erbij, waar toch iets van moederlijke liefde uit blijkt.

Inmiddels ben ik fan van Instastory op Instagram. Dat zijn filmpjes van maximaal tien seconden die maar vierentwintig uur online blijven. Ik film mijn werk, mijn spelende kinderen, het bedritueel, of gewoon een avond op de bank. En vaak sla ik zo’n minidocumentaire op. Want zelfs als ik het zwaar heb, als ik moe ben, als iedereen ruzie heeft of als de rolstoel alwéér kapot is weet ik: later verlang ik hier naar terug.

Lees ook: Rijk heeft nogal optimistische toekomstverwachtingen voor zijn spastische broer.

Dit blog verscheen oorspronkelijk op online magazine franska.nl waar ik een jaar lang een column had.

Vorige blog Volgende blog